12
gedoogden, heeft de Heer Gleuns, dat aan
zoek nog eer.s herhaaldonder aanbod van
geheelen of gedeeltelijken afstand van zijn
traktement. Was ook daartegen bezwaar, dan
verzocht hij zjjn eervol ontslag tegen 1 No
vember. De Commissie adviseerde wederom
geen verlof maar wel het gevraagde ontslag
te verleenenmet welk advies de Raad zich
vereenigde in hare Vergadering van 5 October.
Intusschen had het onderwijs in Wis-, Werk-
tuig- en Natuurkunde aan de IIe en IIIe klasse
stilgestaan van 1 September af, en daarom
worden er, hangende de onderhandelingen met
den Heer Gleuns, maatregelen getroffen om
in het gemis van onderwijs te voorzien.
De Leeraren Goudsmit, Bolderman en Su-
ringar der H. B School verklaarden zich bereid
tijdelijk die lessen te geven, resp. 2, 4, en 4
uren s weeks, de eerste echter onder de voor
waarde daarvoor geene belooning te erlangen
de beide anderen tegen eene vergoeding bere
kend op f 100,— 'sjaars per les-uur 's weeks.
Deze regeling, ingegaan op 28 September, werd
in de Raadsvergadering van 5 October goedge
keurd en is gevolgd tot het einde des jaars.
Middelerwijl zijn pogingen aangewend om
een opvolger voor den Leeraar Gleuns te
vinden. Deze werden in zooverre bekroond,
dat de Commissie van Toezicht ter benoeming
aan den Raad kon voordragen den Heer J.
van Leeuwen Jr., Civ. Ingenieur en Rijks-
13
Opziener op de Spoorwegdiensten alhier. Deze
werd daarop benoemd in de Raadsvergadering
van 7 December, doch al spoedig moest de
benoemde berichten, dat de Minister van Wa
terstaat, Handel en Nijverheid geene vergun
ning gegeven had tot het aannemen der betrek
king bij de door hem bekleede. Gelukkiglijk
heeft deze vergeefsche poging om een Leeraar
te bekomen geene stagnatie in het onderwijs
veroorzaakt, daar de drie bovengenoemde Leer
aren der H. B. School wederom bereid werden
bevonden hunne diensten ook na de Kerstva-
cantie te verleenen. In de Raadsvergadering
van 11 Jan. 1886 werd alzoo de benoeming
van den Heer van Leeuwen ingetrokken, en
de waarneming der lessen op nieuw opgedragen
aan de Heeren Bolderman, Suringar en Goud
smit, onder genot van het traktement van den
Heer van Leeuwen, dat onder hen drieën
zal worden verdeeld, naar rato van het aan
tal les-uren.
De Leeraar Peteri is in het begin des jaars
geruimen tijd verhinderd geweest zijne lessen
aan de Awondschool te geven wegens eene
ernstige oogziekte. De Hulpleeraar Uiterwijk
heeft gedurende dien tijd het onderwijs in het
Rechtl. teekenen alleen gegeven, en zoo heeft
dit ongeval ook geene nadeelige gevolgen ge
had. De beide genoemde leeraren zijn met 1
Januari van hunne funetien aan de Werkschool
ontheven, en hebben dus nu 3 les-uren 's weeks
minder te geven.
O