12 derd. De mogelijkheid is thans aanwezig, zegt men, want het aantal leerlingen is aanzienlijk minder dan vroeger. Wel is waar is het getal leerlingen op dit oogenblik niet zeer groot; maar de verminde ring is toevallig, en het is zeer wel mogelijk dat in de eerstvolgende jaren dat getal weer zeer toeneemt. Heeft men dan nu gecombi neerd, dan zou men weer moeten splitsen, en groote moeilijkheden zouden daarvan het ge volg zijn. Door de samenkoppeling van Hoogere Burgerschool en Gymnasium voor enkele vak ken zou het bovendien bezwaarlijk zijn, bij combinatie der parallel-afdeelingen, een of meer leeraren te supprimeeren. Maar er is meer. Uit een paedagogiscb oogpunt is scheiding van eenigszins talrijke klassen in tweeën zeer wen- schelijk, omdat de leeraar dan in staat is zijne aandacht meer in 't bijzonder aan alle leerlin gen te schenken, en de individuën niet opgaan in den grooten hoop. De minder vlugge leer lingen vooral hebben bij deze inrichting betere gelegenheid tot leeren, en zullen dus meer vrucht van het onderwijs wegdragen. De drie onderste klassen, die alleen gesplitst zijn, tellen nu resp. 24, 23 en 18 leerlingen; en het komt de Commissie van Toezicht zelfs bij die getallen voor, dat splitsing zeer ge- wenscLt is, en dat het te bejammeren zou zijn, indien zij, eenmaal bestaande, opgeheven wierd. Eindelijk, in de vierde plaats, hoe is het gesteld met de overlading der leerlingen aan onze school 13 „Ueberbürdung" is tegenwoordig aan de orde van den dag, en, op het voetspoor van Duitsch- land, is men ook hier begonnen een onderzoek in te stellen of op de Hooge Burgerscholen niet de geest ten koste van het lichaam over voerd wordt. Een soort van enquête, ingesteld door de Geneeskundige Kaden van Friesland en Groningen en van Gelderland en Utrecht heeft geen positieve bevestiging van hetgeen men duchtte opgeleverd, en naar de meening van de Commissie van Toezicht zal die zich ook wel steeds laten wachten. Inspanning van den geest kan op zich zelve geene verkeerde uitwerking hebben; maar een vereischte is dat zij in overeenstemming is met den leeftijd en het bevattingsvermogen der leerlingen. Daar voor nu waakt vooreerst de inrichting der school, die slechts eene langzame en graduëele opklimming in de verschillende vakken voor schrijft, en bovendien eene stelselmatige uit breiding dier vakken zelve in de verschillende klassen. Doch daarvoor moet ook waken de tact des leeraars, die weten dat hun gemeen schappelijke arbeid moet strekken tot een ge leidelijke ontwikkeling van den knaap, en dat alle inpersing en africhting juist het tegen overgestelde uitwerkt van hetgeen men wil bereiken. Noch direct, noch indirect is het der Commissie van Toezicht gebleken, dat op deze School de verkeerde weg werd ingesla gen en met volle overtuiging heeft de Di recteur aan de verschillende enquëte-commisi

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1882 | | pagina 59