2 van dien onderwijzer wa3 oorzaak, dat men er tegen op zag hem eene definitieve aanstelling te verleenen. Reeds den 20 December overleed de lieer IIensen na zoolang als zijne zwakke krachten hot toelieten, met ijver zijne taak te hebben vervuld. Gelukkig werd reeds in de eerste dagen van dit jaar in de vacature voorzien door de aan stelling van den heer J. II. Ressing. Hoewel reeds in de maand Juni door den Gemeente raad besloten was tot aanstelling van eenon vierden onder wijzer aan school D, in het boz.t eener acte voor de Fransche taal, heeft zich na herhaalde oproepingen geen enkele sollicitant voor die betrekking aangemeld. liet is te wenschen, dat zoo spoedig mogelijk een geschikt onder wijzer voor die betrekking gevonden worde. De heer J. II. Graffelman is wegensgezondheids redenen ontheven van het onderwijs aan de avondschool van school D. Wij hadden gehoopt, dat door do aanstel ling van eenen nieuwen onderwijzer tevens in die vaca ture zoude zijn voorzien, Nu dit niet het geval geweest is, is het ouderwijs in de Fransche taal op die avondschool voor een gedeelte tijdelijk opgedragen aan den heer H. J. Addink. Daar deze echter geene acte of aanteekening voor de Fransche taal bezit, kan die opdracht slechts van zeer tijdelijken aard zijn. Op school F is de onderwijzer G. R. Draaijers met 1 October vertrokkentengevolge zijner benoeming tot hoofd eener school buiten deze gemeente, en is in zijne plaats aangesteld en met 1 November in functie getreden de heer W. J. de Wildt. De heer A. A. Boerma hoofd der Roomsch-Katholieko jongensschool vertrok op 1 November naar Amsteidam en werd vervangen door den heer J. F. Paternotte. 3 Op de bijzondere school voor meisjes van mejuffrouw L. J. van der Hoeven trad met 1 December als onder wijzeres op mejuffrouw J. J. U. van Dijk en werd do heer J. Kuijpers vervangen door den heer II. J. Bol derman. Op de Roomsch-Katholieke meisjesschool werd mejuf frouw II. van 't Klooster vervangen door mejuffrouw A. J. van Eüpen. Op do bijzondere school voor Christelijk Nationaal onderwijs werd op 15 April de onderwijzer D. Nijiioff vervangen door den heer W. Goedhard, terwijl op 6 November als vierde onderwijzer in functie trad de heer S. Bijlsma. Zooals uit het voorgaande blijkt, is het niet altijd mogelijk geweest, dadelijk in de ontstane vacatures aan de verschillende openbare scholen te voorzien, en moet de plaats van vierden onderwijzer aan school D nog steeds onvervuld blijven. Wij zijn van oordeel, dat twee om standigheden ten zeerste hebben bijgedragen, om het vervullen dor vacatures te bemoeilijken. In de eerste plaats werd tot heden in deze gemeente een cursus ge mist ter opleiding tot het examen van hoofdonderwijzer, liet gevolg hiervan was, dat vele onderwijzers liever zelfs eene lagere bezoldigde betrekking aanvaardden in eene gemeente, waar de gelegenheid tot opleiding voor dat examen wel bestond, dan zich hier te vestigen. Met genoegen zag de commissie dan ook, dat de gemeente raad wel heeft willen medewerken tot het in stand komen eener zoo nuttige inrichting, welke niet alleen voor de onderwijzers, maar ook voor de gemeente van groot voor deel belooft te zijn. Bovendien gelooven wij dat art. 65 alinea 2 der Wet

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1882 | | pagina 48