adviseren een langer verlof ook voor den volgenden win
ter te vragen, dewijl de nadeelen, verbonden aan de tij
delijke waarneming van een zoo gewichtig leervak als
de Wiskunde, waarvoor in het leerplan zulke zware
eischen worden gesteldzich te sterk haddon doen ge
voelen, waardoor dat vak niet tot zijn recht kon komen,
zoodat in het belang van het onderwijs de tijdelijke re
geling niet langer mogt blijven voortduren. De lieer
Janssen, die onze bezwaren als juist erkende, vroeg
hierop zijn ontslag, hetwelk hem tegen 1 September eer
vol door den Gemeenteraad werd verleend. Met leed
wezen zagen wij den jeugdigen, kundigen leeraar 01 s
Gymnasium verlaten en hopen dat hij later hersteld in
het Vaderland zal mogen terugkeeren. In zijne plaats
werd kort daarop als leeraar in de Wiskunde door den
Gemeenteraad benoemd de Heer A. A. Beekman die op
1 November zijne betrekking aanvaardde.
In Juljj werd door den Gemeenteraad het onderwijs
in de Natuur- en Scheikunde voor don volgenden cursus
opgedragen aan den Heer Dr. B. C. Goudsmit, tegen
eene verhoogde toelage, dewijl de wijze waarop die
vroeger geregeld was, tot moeijelijkhedcn aanleiding had
gegeven, zoo als uit het medegedeelde in ons vorig ver
slag kan blijken.
De leeraren kweten zich met ijver van hunne taak.
Even als een vorig jaar moest er echter ook nu weder
door ons gewaakt worden tegen het doen verrichten van
overmatig huiswerk. Waar bijkans voor elk leervak
een afzonderlijk leeraar wordt gevonden en de leer
lingen dikwijls voor de zes schooluren van één dag,
hun werk voor zes verschillende leeraren moeten gereed
maken, is het licht te begrijpen dat al meent ook elk
5
leeraar dat het door hem opgegeven werk niet te veel
tijd zal vorderentoch het totaal van dat zesvoudige
werk den boschikbaien tijd zou kunnen overschrijden.
Wil het onderwijs, ook voor het vervolg, goede vruch
ten dragen dan moet gezorgd worden dat er tijd over-
blijve voor ontspanning ea vooral voor de noodige nacht
rust eu dat het werk niet behoeft verricht te worden
tot te laat in den avond of voortgezet te worden tot
een nachtelijk uur. Evenals alle mensclien hebben ook
leerlingen van een Gymnasium slechts beperkte krachten
en vermogens en het werk moet zich daarnaar regelen.
Slechts door onderling overleg der leeraren en goed
toezicht kan deze moeijelijke zaak, waarbij tevens van
den anderen kant gezorgd moet worden dat de beschik
bare tijd zoo goed en nuttig mogelijk worde besteed,
naar bobooien geregeld wordenen wij vertrouwen dat
de noodzakelijkheid van zulk een overleg meer en meer
levendig zal gevoeld en erkend worden.
Over het gedrag der leerlingen en hun ijver valt over
het algemeen niet te klagen, alleen meenen wjj te moe
ten opmerken dat beter en meer gebruik zou kunnen
gemaakt werden van do gelegenheid om de Gymnastiek
te beoefenen. Die lessen worden door een zeer gering
aantal leerlingen bezocht en het schijnt dat vele leer
lingen en hunne ouders niet genoeg overtuigd zijn van
het nut van zulke ligchaamsoefeningen.
Waar wij aan het slot van vorige verslagen met een
enkel woord melding maakten van het gebouw waarin
de lessen gegeven woiden, dan viel er gewoonlijk niet
veel goeds te melden en moesten wij ons bepalen tot
den wensch dat spoedig een beter en doelmatiger gebouw
zou kunnen betrokken worden. In 1882 werd eindelijk