7 2 nasium kon worden uitgereikt. Indien men in aanmer king neemt dat deze hunne studiën hebben moeten vol brengen gedurende den voor het onderwijs zeer onguns- tigen tijd van overgang van de oude tot de nieuwe wet en het daarmede verbonden leerplanterwijl een dier beiden, die ten gevolge van de opheffing van eene na burige Latijnsche School, herwaarts was gekomen, slechts gedurende een tweetal jaren het onderwijs aan ons Gym nasium heeft kunnen bij wonendan zal men licht be seffen dat het zoowel voor rector en leeraren als voor ons eene aangename voldoening was uit den mond der gecommitteerden te mogen vernemen dat zij voldaan waren over de vorderingen en ontwikkeling der beide leerlingen. De vroeger door sommigen geuitte en ook door den vorigen Minister van Binnenlandsche Zaken gedeelde meening dat de bepalingen der wet betrekkelijk het eindexamen onuitvoerbaar zouden blijken te zijn en dat de verschijning van gecommitteerden tot allerlei moeije- lijkheden aanleiding zou geven werd, althans hier, niet bevestigd, terwijl vooral de oordeelkundige leiding van den rector het hare er toe bijbracht om de eerste proef neming van zulk een examen goed geslaagd te mogen noemen. Bij de overgangsexamens, die van 1014 Julij 1882 werden gehouden werden van de le tot de 2e klasse bevorderd 10, niet bevorderd 2 2« 3e 7, 3e. 9, 4e 5e 12, 5<" 6e 8, Totaal 46, 3 Bij het toelatingsexamen werden toegelaten 19 jonge lieden en wel 14 tot de le kl., 2 tot de 2° kl., 2 tot de 3e kl. (waaronder eene vrouwelijke) en 1 tot de 4e klterwijl 2 werden afgewezen. Een der toegelatenen overleed voor het begin van den cursus en zeven leer lingen verhelen het Gymnasium, waarvan de meesten behoorden tot hen die niet tot eene hoogere klasse wa ren bevorderd. Bij den aanvang van den Cursus op 5 September 1882 werd het Gymnasium bezocht door 70 leerlingen als volgt verdeeld tusschen de verschillende klassen: le kl. 15, 2e kl. 13, 3e kl. 10, 4e kl. 11, 5e kl. 14, en 6e kl. 7. Een der leerlingen van de 6e klasse zag zich genood zaakt in November zijne studiën te staken wegens on gesteldheid, terwijl in December een leerling tot de 3o klasse werd toegelaten, zoodat het getal 70 bij het einde des jaars onveranderd bleef. Door den Gemeenteraad werd op 30 Julij 1882, Mr. M. Bou Mackay, die volgens den rooster dit jaar als Curator moest aftreden, als zoodanig herbenoemd. Tengevolge van het aan Dr. W. J. Janssen, leeraar in do Wiskunde verleende verlof, waarvan melding werd gemaakt in ons vorig verslag, werden met de tijdelijke waarneming van dat leervak, bij Raadsbesluit van 13 Januarij 1882 belast de Ileeren A. A. Beekman en Dr. J. M. Smit, respectievelijk leeraren aan de Hoogere Burgerscholen te Zutphcn en te Apeldoorn. In Junij kregen wij bericht van den Heer Janssen dat, hoewel de toestand van zijne gezondheid gunstiger was, voor verder herstel een langer verblijf in het Zuiden noodza kelijk werd geacht. Wij konden den Heer Janssen niet n 77 77 77 77 77 77 7) n 77 4« 17 7? 77 77 7} 77 7? 77 77 77 7? 77 n 77 77 77 w 77 77 77 77 t 77 77

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1882 | | pagina 40