Xf.u tl, °f "'inder
JtoTjrr sef dai ts waimt*°d
30
in November en December 1882 f 473 00
»J—r8,888. f
De Gemeente-Architect
F- H- VAN ETTEGER.
kewfb Tnt? VermeU°ho°ee "banden 2«n en.
fen J, °"j verbetering behoe-
ven, waarom ik mij vemlint a^lif tt
te vestigen: P g Uwe aandacht daa>'°P
Opkisting van den straatweg naar Voorst tot
bescherming van de Hoven.
dijk va'n de v Peilschaal te Zutphen de
J van den Voorsterpolder begint over te loopen.
Het water m den polder vloeijende inundeert tevens
e t56! °P den Het wordt alsdan
keerd door den straatwog naar Voorst wanncer
en zijn geplaatst in den Emperduiker. De Hoven
en een gedeelte van Empe en Brlmen blijve^'
D^sHaatweg naar Voorst ligt echter op 8,10 8,20
-4- A.P., verkrijgt bet water een hoogeren stand a
b°m tS'kh:>k "PSehoogd (gekist „f
Dat tijdelijke opheegen is betiekkelijk seer dnnr In
November „erf d, beneedigd, grond fc.rveer deD
Zuidelijken berm ontleend en d„„n. neder „pgerninT
JT den Waterstaat, met het onder-
van den „eg belast, werd hiertegen be™,ar ge-
31
maakt, en bij den tweeden hoogen waterstand in Janü-
arij j.l., werd dan ook voor bet grootste gedeelte de be-
noodigde grond met kar en paard aangevoerd.
De grond moet nadat bet gevaar geweken is wegge
voerd worden.
Behalve dat moeten die kistingen nacht en dag wor
den bewaakt en telkens versterkt worden. De kosten
van een en ander zijn zeer aanzienlijk.
Ter voorkoming van een en ander zou het gewenscht
zijn .dat de straatweg worde opgehoogd van hectometer
peil 140—143, in de Gemeente Brummen en van 143—
174 in de Gemeente Zutphen.
Het laat zich echter voorzien dat deze ophooging niet
zoo spoedig gereed zal zijnen het schijnt mij noodza
kelijk om de meest ernstige pogingen aan te wenden om
zoo spoedig mogelijk de Noordelijke berm van den straat
weg langs den Overmarsch tot het hiervoren genoemde
peil van 8,50 H. -+- AP. te doen ophoogen.
Mogt hiertegen van Rijkswege bezwaar bestaan, dan
is dit van zooveel belang dat het voordeelig is de Ge
meente zelve dat werk uitvoert, de kosten daarvan zul
len bedragen f 700,— wanneer de grond van die op-
liooging in de onmiddelijke nabijheid van den weg op
gemeentegrond worde ontgraven.
Behalve de ophooging van den weg of berm zijn er
nog twee punten, die voorziening eischen en wel:
De duiker onder den weg bij den tol, die bij hoog
water doorlaat van de Marsch naar het lage terrein
en ter vooiktming daarvan met een afsluitklep moet
worden voorzien.
b. Bij hoog water stroomt dit tusschen de woning van
Chrstiaans en het einde van den keermuur bij de