Omtrent den tuinbouw kun moeijelijk opgaven gedaan worden van de uitgestrektheid der beteelde gronden. De drie alhier bestaande bloemisterijen bepalen zich voornamelijk tot het kweeken van stamrozen en potgewassen en vinden haren aftrek alhier op de weekmarkten en in omliggende plaatsen, vooral in de graafschap. Boomgaarden zijn in deze gemeente niet aanwezig en wordt de handel in vruchtboomen door de bloemisten slechts als bijzaak beschouwd, wordende het plantsoen ge woonlijk van elders verkregen. Boomkweekerijen bestaan hier niet. De aanpoot van ypenpeppelenessen en wilgen ge schiedt door de gemeente even als vroeger langs wegen en weilandenwaarbij men zich goed blijft bevinden. De toestand van den veestapel was in 1872 voldoende. Opgave van het aantal dekhengsten, veulenmerriën, veulens en werkpaardenezels en muilezelsspringstierenmelk- koeijen en melkvaarzen, kalveren en pinken, mestvee en trekossen, schapen, houders van schaapskudden; geiten en en bokkenvarkensvan het pluimvee en van de bijen teelt te weten a. Paarden. Dekhengsten Veulenmerriën Veulens Werkpaarden Geheel getal. 211 211 b. Ezels en muilezels c. Runderen. Springstieren5 Melkkoeijen en melkvaarzen490 Kalveren en pinken184 Mestvee20 Trekossen Geheel getal. 699 d. Schapen19 Houders van schaapskudden e. Geiten en bokken343 Varkens128 g. Pluimvee. Aantal hoenders2304 kalkoenen6 eenden90 ganzen 2 zwanen2 h. Bijenteelt. Aantal bijenkorven20 Gemiddeld gewigt per korf aan honig .15 kilogr. was. 1 ^rijs per kilogram van honig0,60 40 30 41 was2,—

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1872 | | pagina 22