kosteloos onderwijs wordt gegevenwerd druk bezocht
waartoe de bemoeijingen van de hier bestaande afdeeling
van het Schoolverbond veel bijdroeg, benevens de Naai
en Breischool, alwaar een 140tal kinderen van minvermo
genden mede kosteloos onderrigt in naaijen en breijen ont
vingen. Ook werd door de in deze gemeente gevestigde
Werkinrigting der Protestantsche Diaconie aan 104 behoeftige
gezinnen werk verschaft door het doen vervaardigen van
breeuw- en mandwerk, terwijl verder door haar uitdeeling
werd gedaan van brood en turf aan 147 gezinnen.
Het getal instellingendoor of van wege de gemeente
beheerd, was op 31 December 1872 één. Ze is genaamd
de St. Anna Broederschap. In 1871 werden een 50tal
personen onafgebroken door dezelve verpleegd of ondersteund.
De Ontvangsten diér instelling beliepen over dat jaar (met
ëen batig saldo van 1870 ten bedrage van
1029,775)2702,58
Uitgavenƒ1365,
Zoodat meer werd ontvangen dan uitgegeven, 1337,58
Verder komen in deze gemeente de navolgende instel
lingen ter voorkoming van armoede voor of zulke die tot
leniging en vermindering der armoede bijdragen als
De Inrigting van F. J. W. Vrijheid, tot verschaffing van
brei- en strikwerk, welke in 1871 met eene gemeentelijke
subsidie van 75.'sjaars, aan een 200tal behoeftigen
werk verschaftehet stedelijk Ziekenfondswaarvan het
tekort door de gemeente wordt aangevuld, en het Zieken
en Begrafenisfonds met eene gemeentelijke subsidie van
100 'sjaars, tellende in 1872 gezamenlijk circa 1400
deelnemershet Genootschap tot ondersteuning van behoeftige
kraamvrouwen, dat in 1871 68 vrouwen ondersteunde.
Voorts de Bank van Leening, voor eigen rekening door
den pachter beheerd; de Spaarbank met 685 deelnemers
in 1872, de Hulpbank en de Hulpbank voor Israëlieten,
welke aan ruim een 100tal personen voorschotten ver
strekten en de Spaarkas met 55 deelnemers in het afge-
loopen jaar.
Deze vier laatste instellingen hebben hare eigene admi
nistratie.
HOOFDSTUK XI.
Landbouw en Veeteelt.
Algemeene toestand.
Schoon de landbouw alhier op kleine schaal wordt uit
geoefend, kanm en het er toch voor houden dat zij is vooruit
gegaan; bouwlanden, die wegens den grooten afstand vroeger
moeijelijk te verpachten waren en slecht beteeld werden,
vinden nu gretige pachters, en worden daarvan nu betere
en meerdere opbrengsten verkregen.
De aardappelenteelt blijft hoofdzaak, daarna rogge,
tarwe haver en garsten worden overigens de gronden
bebouwd met koolmangelwortelsknolraben en tuinvruch
ten zoodat des landbouwers welstand hoofdzakelijk van
den aardappelenoogst afhangt. De verbouw van oliezaad
wordt steeds minder door het toenemend gebruik van pe
troleum.
In de koop- en huurwaarde der landerijen kwam in de
laatste jaren geene verandering voor. Daar de meeste
gronden aan de gemeente behooren, komen er dan ook
zeldzaam verkoopingen voor. Geschiedt er echter eene
verkoopingdan brengt de kleigrond 3 a 4000 en de
zandgrond 2 a 3000 per hectare op.
36
37