8
aan H. Massink, als rentmeester van het O. N.
Gasthuis alhier, tegen 1 February 1868.
2 December. Besloten de voorgestelde overeenkomst,
in verband met de normalisering van den IJssel in
deze Gemeente, boven de IJsselbrug op den regter
IJsseloever, aan te gaan.
2 December. Besloten nog eenige perceelen van het
bouwterrein buiten de Marschpoort in het openbaar
te verkoopen.
2 December. Besloten de restant inschrijving der Ge
meente op het Grootboek der 2l/2 "Werkelijke
Schuldte gelde te maken.
Archieven.
Stmt, omvang, maatregelen genomen ter beschrijving en
regeling der archieven tot de invoering der gemeentewet.
In den loop van 1867 is den Heer Dr. W. J. A. Hu
berts eervol ontslag verleend als stads bibliothecaris en
archivarisen is in diens plaats benoemd de Heer Mr.
L. Ed. Lenting.
Door den afgetreden archivaris werden in 1867 aan
de stadsbibliotheek ten geschenke gegeven de volgende
boekwerken.
1°. Een exemplaar (hoogst zeldzaam) van de Zut-
phensche Courant van 1783 en 1784.
2 SchrassertCodex Gelro Zutphaniensis.
3°. Schoemakerconsultatiën en adviezen.
Overigens zijn in het archief geene veranderingen voor
gevallen.
HOOFDSTUK IV.
Geldmadtlelen.
Jaarlijksche opgave van het geheele bedrag der ontvang
sten en uitgaven naar de laatste door Gedeputeerde Staten
afgesloten rekening (art. 221 der wet van 29 Junij 1851,
(Staatsblad n°. 85).
Blijkens rekening bedroegen
de ontvangsten over 1866153273,34J
en beliepen de uitgaven149836,08
Zoodat het batig slot was. 3437,265
Geheel bedrag der geraamde ontvangsten en uitgaven
naar de door de Gedeputeerde Staten goedgekeurde be
grooting (art. 207) voor het jaarwaarover het verslag
loopt.
Bij de begrooting over 1867
zijn de ontvangsten geraamd op. 212290,065
en de uitgaven op. 212290,065
Westhalve die begrooting geen batig of
nadeelig slot aangeeft.
HOOFDSTUK V.
Gemeenie-eigeadommenwerken en «nrigtingen.
A. Eigendommen niet bestemd voor de publieke dienst.
1°. De kosten van onderhoud van de Gemeente-gebou
wen (genoemd in het verslag 1866), niet bestemd voor de
publieke dienst, hebben in 1867 bedragen 800,41s.
Daarvoor was bij de begrooting voor dat jaar eene som
van 380 toegestaande overschrijding der toegestane