56 Algemeene opmerkingen omtrent tuinbouw en bloemisterij. De landerijen bij de stad worden Veelal met tuinvruch ten beteeld bij kleine hoekjes, dikwerf door en onder el kander, zoodat de uitgestrektheid niet kan worden opge geven welke door de verschillende gewassen was inge nomen. Bloemisterijen bestaan alhier niet. Boomgaarden worden alhier niet aangetroffennoch ook BoomkweekerijenHoutteelt of Bossclien van hakhout of opgaande hoornen. In deze gemeente hebben, zoover bekend, nimmer mar ken of gemeentegronden bestaanwelke vroeger zijn ver deeld of nog te verdeelen liggen. Alhier valt geen grond te ontginnen, zijnde voor lang alles productief gemaakt. Duinbeplantingen en afzanderijen bestaan hier niet, nog ook zandverstuivingen. De toestand van den veestapel was gunstig. De maat regelen tot wering van veeziekten leverden wel belemme- ring op, maar hadden toch geene stremming ten gevolge; 57 van de zoogenaamde veetyplius en andere besmettelijke ziek ten is men in 1866 gelukkig vrij gebleven. Opgave van het aantal paarden enz.schapenhouders van schaapskudden, geiten en bokken, varkens, te weten: a. Paarden. Dekhengsten. geene Veulenmerrien. 4 Veulens. 9 Werkpaarden. 219 Geheel getal. 232 b. Ezels en Muilezels. 27 c. Runderen. Springstieren. 12 Melkkoeijen en melkvaarzen. 641 Kalveren en pinken. 190 Mestvee. geen Trekossen. geene Geheel getal. 843 d. Schapen. 26 Houders van schaapskudden. e. Geiten en bokken. 280 Varkens. 193 Pluimvee. Hoenders. 2049 Kalkoenen. 13 Eenden. 43 Ganzen. 2 Aan de bijenteelt wordt hier weinig gedaan. Opgaaf van middeuprijzen van veld- en tuinvruchten, ooftenz. Tarwe. per Ned. mud 10,11 j ^-^'4 Kogge. 6,883 A Garst. 5,7S3 6-rej Voedergewassen. Hoofd gewas. Tweede gewas. Opbrengst per builder in Gchecle opbrengst in Bundertal. Bundertal. mudden. ponden. mudden. c ca (=1 O - P2 Mangelwortels. 12,50 409750 Koolraap als 2c1e ge 121520 was geteeld na 7 Wortels 15,50 9300 Stoppelknollen. 10 750 Groen gemaaide kla 140000 ver 7 O

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1866 | | pagina 30