10
Onderhoud van wegen.
865.97
Idem van straten enz.
1194.37
Idem van pleinen.
131.—
Idem van pompen.
672.—
Idem van bruggen.
34.75
Idem van duikers.
Idem van schuiten, ponten, enz.
715.45
Idem van het veer.
24.75
Idem van kaden.
Onderhoud van havens en grachten.
22.50
Idem van waterleidingen, beken enz.
12.—
Idem van sluizen.
10.—
Idem van dijken.
Idem van kribben.
Idem van wandelplaatsen en plantsoenen.
249.50
Idem van de algemeene begraafplaats.
Idem van de Israëlitische
Idem van het Gemeente-huismeu
belen enz.
228.35
Idem van kasernen en stallen.
3308.48
Aanbouw van nieuwe stallenrijbaanenz.
46888.35
Onderhoud van den wijnhuistoren.
„25
Idem van uur- en speelwerken.
Idem van de draden van het klokkenspel.
30..—
Idem van verhuurde huizen, molens enz.
62.32
Idem van gebouwen in stadsdienst.
389.45
Aanbouw van een brandspuithuisje en
telegraaf-bureau.
1834.—
Onderhoud van ervenbouw- en wei
delanden.
477.12
Idem aanvullen en ijken van maten en
gewigten,
Totaal, 57150.635
Transportere. 57150.635
11
Transport, 57150.633
wijders staat voor de opgenoemde wer
ken nog te betalen nagenoeg. <339.06
64489.69s
Ze waren begroot en door overschrij
vingen gebragt op. 64661.21
Onder deze benaming zijn over 1855 betaald:
wegens grondbelasting van stads gebouwde en onge
bouwde eigendommen, de som van. f 4946.84
en wegens thijnsen en recognitiën. 40.—
Totaal, 4986.84
Ze waren begroot op. 5040.
Onkosten voor het gymnasium. 6480.32
Idem voor prijzen en andere benoodigd-
heden.
Jaarwedden van meesters. 1300.
Onkosten voor schoolbehoeften. 240.
Toelagen aan inrigtingen voor onderwijs. 1010.
Onkosten voor verlichting en verwarming. 106.05
Toelage aan de schoolcommissie. 50.
Onderhoud van schoolgebouwen. 1.75
Onderhoud en aanvullen van meubelen
in de scholen.
Gratificatiën: Aan een onderwijzer in de
Iloven. 62.50
Aan de hoofdonderwijze-
resse op de bewaarschool. 50.
Transportere. 9441.62
99
99
99
99
99
99
99
99
99
99
99
99
99
99
99
99
99
99
99
99
99
99
99
99
99
99
99
99
Uclasting ea ongelilen.
Kosten van liet openbaar onderwijs.
Hieronder wordt gerangschikt en zijn daarvoor over
1855 betaald, t. w.
