14 der aangetasten niet bepalen. Intusschen rekent de plaatselijke geneeskundige Commissie niet ver van de waarheid verwijderd te zijn, wanneer zij dat getal op vierhonderd tachtig stelt, waarvan circa de helft aan gewijzigde pokken of varioloïden leed. Drie en dertig personen zijn in deze epidemie bezweken, waarvan het derde gedeelte nog in den leeftijd beneden het jaar was. Dadelijk bij het begin der Epidemie van kinderziekte hebben alle geneesheeren, zooveel doenlijk, getracht aan het vaccineren en revaccineren gevolg te geven, met dezen uitslag, dat ruim 1600 personen zijn gere- vaccineerd, waarvan de heilzame uitkomst zeer in het oog is gevallendaar geen der gerevaccineerden door de heerschende ziekte is aangetast. Bij het heerschen der Cholera in nabijgelegen Provinciën en steden, ge durende de laatste helft van 1854, zijn tegen het mo gelijk uitbreken der ziekte alhier de noodige maatrege len getroffen, om cholera-lijders in het Lazareth te kunnen verplegen, om in de geneeskundige behande ling der lijders, door het in casu quo aanstellen van een' adsistent Stads-geneesheer te voorzien en om be hoeftige huisgezinnen hunne woningen te doen ont ruimen, ten einde die te kunnen zuiveren. Gelukkig hebben echter deze maatregelen niet in toepassing be hoeven gebragt te wordendaar de Cholera deze stad heeft verschoond. De staat der geneeskunst-oefenaren is als vroeger, met de volgende uitzonderingen: Overleden de Med. Dr. en Heel- en Yroedmeester C. A. Klose. Yertrokken de Med. Dr. W. F. C. Kühlentiial, de Apotheker W. F. van Crimpen en de Drogist H. L. Hiddink. Gevestigd de Apotheker J. II. Weevers. De gezondheidstoestand van het vee was in 1854 zeer goed- 15 Als zieken zijn in 1854 in het O. en N. Gasthuis opgenomen 22 personenhersteld 27overleden 6. In het Krankzinnigen-gesticht zijn opgenomen 52 personen, ontslagen 64, niet verbeterd 3, verbeterd 3, hersteld 25overleden 33 lijders. Met de verbetering als inrigting voor ziekenverple ging van het zoo hoogst belangrijke gesticht, het O. en N. Gasthuis alhier, is met kracht een aanvang ge maakt. In het Krankzinnigen-gesticht in de afdeeling voor vrouwen is de ziekenzaal door bijvoeging van een zitkamer en corridor vergroot, terwijl in de kamer voor onzindelijke vrouwen luchtrosetten zijn aangebragt tot wegneming der onzuivere lucht. In de afdeeling voor mannen zijn hier en daar kleine veranderingen gemaakt en is in het jaar 1854 een be gin gemaakt met den opbouw van een nieuw zieken huis en oeconomie-gebouwcn, welk werk bij openbare aanbesteding is aangenomen door W. Uiterwijk, Mr. timmerman alhier, voor de som van f 25895, onder bepaling dat het met Istcn Mei aanstaande moet ge reed zijn. Al hoewel de strenge en langdurige winter het werk veel, ja bijkans geheel belemmerd heeft, is men daar mede al vrij wat gevorderd, latende zich het toch niet aanziendat het op den bepaalden tijd zal kun nen worden opgeleverd. Het ziekenhuis, zijnde de tweede verdieping des ge- bouwsis afgedeeld in de volgende localcn als 1 Zaal voor uitwendige ziekten (Mannen). 1 (Vrouwen). inwendige (Mannen). 1 (Vrouwen). 1 vertrek onrustige zieken (Mannen). 1 (Vrouwen).

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1854 | | pagina 8