3 ADRESBOEK vak ZUTPHEN. privaten en de uitvoering van het tonnenstelsel. J. de Wilde. Toezicht op markten Bureau van Politie. VERORDENING op de heffing eener Plaatselijke Directe Belasting in de gemeente Zutphen Art. 1. Te beginnen met 1 Januarij 1877 wordt jaarlijks ten behoeve der gemeente Zutphen eene directe belasting op het inkomen geheven Art. 2 Aan deze belasting zijn onderworpenallen die m de gemeente hun hoofdverblijf houden of minstens drie maanden van het dienstjaarwaarover de belasting gevorderd wordtbinnen de gemeente verblijven, zoo zij geacht worden een jaarlijksch zuiver inkomen te hebben van f 500,— of meer; een en ander met inacht neming der voorschriften van Art 245 der wet van 2!» Junij 1851 (Staatsblad No. 85), zooals dit is gewjjzigd door Art. 6 der wet van 7 Julij 1865 (Staatsblad No. 79). Aur. 8. Deze belasting wordt geheven naar eigen aangilte. 2. naar aanslag ambtshalve Bij eigen aangifte wordt het zuiver inkomen berekend naar dat van het vorige jaar, met inachtneming van alle omstandigheden, die aanleiding geven tot vermeerdering of vermindering van het inkomen in het jaar der heffing Voor het geval de belastingsehul- di"C in het \ori°- jaar geen belastbaar inkomen had wordt aangifte gedaan van het vermoedelijk zuiver inkomen. Aanslag ambtshalve vindt plaats als eigen aangifte ont breekt of onvolledig wordt geoordeeld. Bij aanslag ambtshalve en bij de beoordeeling van de gedane aangifte wordt gelet op de vermoedelijke inkomsten van den belas tingschuldige en op den uiterlijken staat door hem gevoerd Onder den uiterlijken staat door den belastingschuldige gevoerd wordt verstaan de inrichting zijner levenswijze, en «le meerdere of mindere weelde die hij daarbij ten toon spreidt. Hierbij worden echter in aanmerking genomen de omstandigheden die het voeren van dien staat meer of minder noodzakelijk maken. Art 1 Tot het belastbaar inkomen worden gerekend alle inkom sten of in geld berekenbare vruchten voortvloeiende uit n eigendom of rentcgevcmle bezittingen, de werkelijke huur waarde en vaste goederen in eigen gebruik daaronder begrepen b ambten, bedieningen, botrekkingeuindustrie, handel, beroep, bedrijf, arbeid en onderneming; c. pensioenen, ljjfrenten en periodieke uitkeeringer.hetzij van ouders, hetzij van anderen, zelts onder den tit«?l van gift genoten d vruchtgebruik of vruchtgenot. Ken en ander evenwel onder aftrek van ,i. noodzakelijke kosten tot onderhoud van eigendommen of be zittingen b. op eigendommen of bezittingen drukkende djjk-, polder- en andere zakelijke lasten ADRESBOEK vak ZUTPHEN. 4 f. renten van verschuldigde kapitalen (l. uitgaande lijfrenten en uitkeeringen aan meerderjaringon. Art. 5. Bjj de berekening van don aanslag wordt van het belast baar inkomen van ieder belastingschuldige 500,afgetrokken. Deze aftrek geschiedt door Burgemeester en Wethouders bij hot opmaken van het kohier. Akt. 6. Belastingschuldigen worden naar hun inkomen verdeeld in klassen als volgt le Klasse f 501,— tot f 700,— 2e 701, 1000,— 3e 1001,— 1500,— 4e 1501,— 2000,— 5e 2001,— 3000, 6e 3001,— 4000,— 7e 4001,— 5000,— 8e 5001,— 6000,— 9e 6001,— 8000 - 10e 8001,— 10000, 11e 10001,— 13000, - 12e 13001,— 16000,— 13o 16001, - 20000 - 14e 20001, 25000,— 15e B 25000,— 30000, 16e 30001 35000, 17c 35001,— 40000,— 18e 40001 45000 19e B 45001,— 50000 20e 50001 60000,— Voor elke 10,000 boven 60,000 wordt eene nieuwe klasse gerekend. De aanslag geschiedt naar het middencijfer van elke klasse. De belasting word: geheven procentsgewijze voor alle klassen gelijk Art. 7. De belastingschuldige vallende in een der eerste zes klassen, die meer dan drie eigen of aangehuwde minderjarige kin doren of kindskinderen ten zijnen laste heelt, geniet voor elk kind meer korting op het verschuldigd bedrag. Art. 8. Ontheffing of vrijstelling van de belasting wegens ver trek uit de gemeente of wegens ovorljjden wordt verleend voor zoo veel twaalfde gedeelten als er, na het tijdstip van vertrek of over lijden nog maanden in het dienstjaar overblijvenop een daartoe door belanghebbenden binnen 3 maanden na het vertrek of het over lijden aan den Gemeenteraad in te dienen verzoekschrift. Restitutie van betaalde belasting, wordt om dezelfde redenen ver leend op een door de belanghebbenden aan den Gemeenteraad in te dienen verzoekschrift binnen 3 maanden na afloop van het dienst jaar waarover de belasting betaald is. Art. 9. Deze belasting wordt geheven tot een telken jare bij de vaststelling dor Gemeentebegrooting te bepalen bedrag van hoogstens 40000. Dit maximum kan evenwel met hoogstens 10 ten honderd worden overschreden voor zoodanige personen die na het opmaken van het

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Adresboeken Zutphen (1863-1967) | 1882 | | pagina 60