2
ADRESBOEK van ZUTPHEN.
Grondbelasting enz. J. H. de Yidal de St. Germain, Com
mies voor den Burgerlijken Stand Pensioenen Brand-
wezen enz. D. Colenbrander en J. Ilsink, klerken
ter secretarie. Algem. WijkmeesterD Croese. Con
cierge en bodeJ. Schutten. BodeN. E. Gimberg.
De secretarie is voor het publiek geopend al de werk
dagen des morgens van 9 tot des namiddags 2 uur; meer
bepaald voor liet doen van huwelijks-aangiften, des Vrij
dags middags van 12 tot 2 ure.
Het Kantoor van den Gemeente-ontvanger is geopend
alle werkdagen des morgens van 91 uur.
Verdere Gemeentelijke ambtenaren en bedienden Biblio
thecaris en archivarisL A. F. H. Baron van Heeckeron
ArchitectF. H. van Etteger. Belast met het dagelijksch
opzicht over de gemeentewerken en gebouwen, M. J. van Zalk
Opzichter over de gemeente-Landerijen, A. Brands. Brug
wachters G. van Haperen en J. J. Stotijn Kaai- en
havenmeesterA. L. ValkenhofF. Scheepscommissaris
H. A. Mast. Waagm'eesterJ. W. Bakker. Visch-
afslagerG. R. Teerink. Korenmeters II. Addink en
A. Sikkink. Houtteller, W. L. NieuVeld. Kolenme-
ter E. Haijtink. ReinmakerH vah Eekeren. Om
roeper en aanplakker B. J. Arentsen. - KlokkenistMa-
rius A. Brandts Buijs. Avond-klokluiderS. Derksen.
Torenwachter, G. J. Bobbink Lz. Keurmeester van
vleesch en visch W. Schultz. Opzichter bij het ruimen
van privaten en de uitvoering van het tonnenstelselJ. de
Wilde. Toezicht op de markten Bureau van Politie.
VERORDENING op de heffing eener Plaatselijke
Direete Belasting in de gemeente Zutphen.
Art. 1. Tc beginnen met 1 Januarij 1877 wordt jaarlijks ten
behoeve der gemeente Zutphen eene directe belasting op het inkomen
geheven.
Art. 2. Aan deze belasting zijn ouderworpen allen die in de
gemeente hun hoofdverblijf houden of minstens drie maanden van
het dienstjaarwaarover de belasting gevorderd wordtbinnen de
gemeente verblijven, zoo zij geacht worden een janrlijksch zuiver
inkomen te hebben van f 500,— of meer; een en ander met inacht
neming der voorschriften van Art. 245 der wet van 29 Junij 1851
(Staatsblad No. 851, zooals dit is gewijzigd door Art. 6 der wet
van 7 Julij 1865 (Staatsblad No. 79).
Art. 3. Deze belasting wordt gelieven:
naar eigen aangifte*
2. naar aanslag ambtshalve-
ADRESBOEK van ZUTPHEN.
3
Bjj eigen aangifte wordt het zuiver inkomen berekend naar
dat van liet vorige jaarmet inachtneming van alle omstandigheden,
die aanleiding geven tot vermeordering of vermindering van het
inkomen in het jaar der helling. Voor het geval de belastingschul
dige in lier vorig jaar geen belastbaar inkomen had, wordt aangifte
gedaan van het vermoedelijk zuiver inkomen
Aanslag ambtshalve vindt plaats als eigen aangifte ont
breekt of onvolledig wordt geoordeeld.
Bij aanslag ambtshalve en bij de beoordeeling van de gedane
aangifte wordt gelet op de vermoedelijke inkomsten van den belas
tingschuldige en op den uiterlijken staat door hem gevoerd.
Ouder den uiterljjkcn staat door den belastingschuldige gevoerd
wordt verstaan de inrichting zijner levenswijze en de meerdere of
mindere weelde die hij daarbij ten toon spreidt. Hierbij worden
echter in aanmerking genomen de omstandigheden die het voeren
van dien staat meer of minder noodzakelijk maken.
Art. 4. Tot liet belastbaar inkomen worden gerekend alle inkom
sten of in geld berekenbare vruchten voortvloeiende uit
eigendom of rentegevende bezittingende werkelijke huur
waarde en vaste .goederen in eigen gebruik daaronder begrepen;
b. ambten, bedieningen, betrekkingen, industrie, handel, beroep,
bedrjjf, arbeid en onderneming;
c. pensioenenlijfrenten en periodieke uitkeeringenhetzij van
oudershetzij van anderenzelfs onder den titel van gift
genoten
d. vruchtgebruik of vruchtgenot.
Een en ander evenwel onder aftrek van
a. noodzakelijke kosten tot onderhoud van eigendommen of be
zittingen
b. op eigendommen of bezittingen drukkende grond-, dijk-, polder
en andere zakeljjke lasten
c. renten van verschuldigde kapitalen
d. uitgaande lijfrenten en uitkeeringen aan meerderjarigen.
Art. 5. Bij de berekening van den aanslag wordt van het belast
baar inkomen van ieder belastingschuldige f 500,— afgetrokken.
Deze aftrek geschiedt door Burgemeester en Wethouders bij het op
maken van het kohier.
Art. G. Belastingschuldigen worden naar hun inkomen verdeeld
in klassen als volgt
lc Klass
e f 501,— tot
f 700,—
2e
X 701,
1000,—
3e
1001,—
B 1500,—
4e
1501,—
2000,-
5e
2001,—
3000,—
6e
3001,—
4000,—
7e
4001,—
5000,—
8e
n 5001,—
6000,—
9e
6001,—
n 8000,—
10e
8001,—
10000,—
11c
10001,-
13000,—
12e
13001,—
16000,—
13e
16001.—
20000.—